Chemie- en farmasector creëert 2.400 nieuwe jobs, maar worstelt met verzwakte concurrentiekracht

In de chemie-, kunststoffen- en farmasector zijn in 2022 2.403 extra jobs bijgekomen. Dat is de sterkste jobgroei in 22 jaar. Met 99.799 jobs zit de sectorale tewerkstelling nu op het hoogste niveau sinds 1991. Chemie en farma blijft ook met voorsprong de belangrijkste exportsector van het land, goed voor 35% van de totale uitvoerwaarde.

Ook de investeringen en uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling bereiken recordniveaus, maar de concurrentiekracht en rendabiliteit kreunen onder hoge kosten, forse productiedalingen en een toegenomen regeldrift. Sectorfederatie essenscia pleit daarom bij de voorstelling van de economische jaarcijfers voor een industrievriendelijker beleid op alle politieke niveaus.

Door het aanhoudende conflict in Oekraïne, de buitensporig gestegen energie- en grondstoffenprijzen, de ongeziene opeenvolging van loonindexeringen en de afkoeling van de wereldeconomie was 2022 voor de chemie, kunststoffen en life sciences een bijzonder moeilijk jaar.

Zo kende de chemie-industrie met een productiedaling van 7% de zwaarste terugval sinds 2009. De benuttingsgraad van de productiecapaciteit daalde tot het laagste niveau in ruim veertig jaar. Dat de sector desondanks relatief goede jaarcijfers kan voorleggen is vooral een gevolg van door inflatie aangedreven prijseffecten en geeft dus een vertekend beeld.

Prijsstijgingen beïnvloeden omzet en export

De sectoromzet steeg met 20% tot 87,9 miljard euro, een recordbedrag. Maar dit is dus hoofdzakelijk te verklaren door de impact van forse prijsstijgingen door duurdere energie en grondstoffen. Bovendien is de omzetstijging lager dan het industrieel gemiddelde van 24% en onvoldoende om de verhoging van de productieprijzen te compenseren. Ook de exportgroei is voornamelijk prijsgedreven en wordt sterk beïnvloed door de uitvoer van coronavaccins. In bepaalde productcategorieën zoals meststoffen, kunststoffen of cosmetica lag de toename van de import overigens hoger dan die van de export.

Met 35% van de totale Belgische export blijft de chemie en life sciences wel de uitgesproken exportkampioen van het land. De buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland zijn samen met de Verenigde Staten goed voor de helft van de uitvoer van de sector. Japan en Brazilië zijn de sterkste groeiers. Dit maakt dat België de Europese nummer twee is voor de export van chemie- en farmaproducten, na Duitsland. Met 36,1 miljard euro levert de sector ook veruit de belangrijkste bijdrage aan het Belgische handelsoverschot, een welvaartsinjectie van formaat.

Aantal jobs stijgt al 9 jaar op rij

Met 2.403 nieuwe jobs, de sterkste stijging sinds 2000, neemt de sectorale tewerkstelling nu al negen jaar op rij toe. In die periode zijn er 11.600 jobs bijgekomen, een toename met 11% tot bijna 100.000 jobs. Alleen in de jaren 1974-1975 en 1990-1991 waren er nog meer mensen in de sector aan de slag. De jobgroei in de chemie en life sciences staat in schril contrast met het jobverlies in de rest van de industrie, met een daling van de tewerkstelling met ruim 16.500 banen in de laatste tien jaar.

Sectorbedrijven investeerden vorig jaar ook recordbedragen in de vernieuwing, vergroening of uitbreiding van de productiecapaciteit (3 miljard euro) en in onderzoek en ontwikkeling (5,8 miljard euro, of 16 miljoen euro per dag). Toch is er een vertraging van het investeringsritme merkbaar. Met een recordaantal van 1.071 patentaanvragen – dat is 41% van het Belgische totaal, een verhouding die nergens in de wereld zo hoog ligt – verstevigt de chemie en life sciences zijn koppositie als innovatieleider.

Sterkhouder van de Belgische economie en welvaart

Daarmee blijft de chemie en life sciences de industriële sterkhouder van de exportgerichte Belgische economie. Het aandeel van chemie en farma in de totale toegevoegde waarde van de industrie in België bedraagt bijna 40%, wat ruim dubbel zo hoog is als in industrielanden zoals Japan, de Verenigde Staten of de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland. In België is het relatieve belang van de chemie en life sciences in de verwerkende industrie sinds 2010 met 50% toegenomen, terwijl dit in de Europese Unie nagenoeg status quo is gebleven.

Hans Casier, voorzitter essenscia: “Het belang van de chemie en life sciences voor de Belgische economie en welvaart neemt jaar na jaar toe, maar het concurrentievermogen van de sector staat zwaar onder druk. Zo liggen de energiekosten nog altijd een pak hoger dan in de buurlanden en de rest van de wereld, groeit de loonkostenhandicap en dreigt een tsunami aan Europese regelgeving een rem te zetten op de broodnodige slagkracht voor de duurzame transitie. Het is hoog tijd voor een ambitieus en coherent industriebeleid op alle politieke niveaus dat investeringen aantrekt en innovatie stimuleert. Want de investeringsbeslissingen van de komende jaren zullen onze welvaart voor de komende decennia bepalen.”

Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder essenscia: “Ondanks de relatief goede jaarcijfers trekken we aan de alarmbel. De chemie- en farmasector verliest concurrentiekracht, terwijl het een essentiële sector is om de materialen en producten te leveren die onze economie en samenleving op weg moeten helpen naar meer duurzaamheid. We hebben nood aan een écht industriebeleid zonder oogkleppen. Met een doordachte energievisie en ruime aandacht voor het belang van industriële waardeketens en exportgerichte sectoren. We zullen de woorden industrie en competitiviteit turven in de komende verkiezingsprogramma’s, want zowel op het vlak van vergunningen, infrastructuur als fiscaliteit zien we steeds vaker een industrieonvriendelijke tendens.”

Nieuwsbericht van essenscia, 26/04/2023


Feel free to share