Nieuw pijpleidingtraject tussen Antwerpse haven en Duitse Ruhrgebied is ecologisch en economisch een goede zaak

Een nieuw pijpleidingtraject dat de chemiebedrijven in Vlaanderen ondergronds verbindt met de chemie-industrie in Nederlands Limburg en Duitsland zou zowel ecologisch als economisch een bijzonder goede zaak zijn. Sectorfederatie essenscia vlaanderen reageert dan ook uitermate positief op de beslissing van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om de procedures hiervoor op te starten.

Pijpleidingen zijn al decennialang de onzichtbare logistieke troef van de chemiesector in de Antwerpse haven en de rest van Vlaanderen. Het is een essentieel transportmiddel voor de veilige, filevrije en milieuvriendelijke aan- en afvoer van allerlei grondstoffen, chemieproducten en industriële gassen, zoals zuurstof of stikstof. Zo zorgt de bestaande pijpleiding Antwerpen-Limburg-Luik jaarlijks voor zowat 100.000 vrachtwagens minder op de weg tussen de Antwerpse haven en het industriële chemiecomplex Chemelot in het Nederlandse Geleen.

De verbinding tussen Europa’s grootste chemiecluster in de haven van Antwerpen en de Chemelotsite in Geleen is dan ook een cruciale route voor nieuwe pijpleidingen. In de eerste plaats omdat zo ook de vele chemiebedrijven langs het Albertkanaal in Geel, Meerhout, Beringen en Tessenderlo op dit netwerk kunnen aansluiten. Bovendien is dit tracé van strategisch belang voor de verdere verbinding met het Duitse Ruhrgebied en het BASF-complex in Ludwigshafen.

Voor de verdere economische groei van de chemiesector in Vlaanderen is bijkomende ruimte voor pijpleidingen een absolute noodzaak met niet enkel logistieke maar vooral maatschappelijke voordelen. Door een voorkeurstraject af te bakenen en dit wettelijk vast te leggen, ontstaat een reservatiestrook waarbinnen pijpleidingen maar ook infrastructuur zoals kabels, rioleringen of andere nutsvoorzieningen snel en efficiënt ondergronds gebundeld kunnen worden. Bovendien zullen pijpleidingen de komende jaren een cruciale rol spelen in de energietransitie, bijvoorbeeld voor het transport van waterstof of CO2.

Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen: “Pijpleidingen zijn op ecologisch vlak een van de beste transportkeuzes: ze zorgen voor minder verkeer, minder uitstoot en ze veroorzaken geen visuele, geluids- of geurhinder. Ze zijn ook ontzettend belangrijk voor de internationale concurrentiepositie van de Antwerpse haven en de chemiesector in Vlaanderen. Door op korte termijn ruimte te reserveren voor extra pijpleidingen tussen Antwerpen en Geleen verankeren we de logistieke infrastructuur én de tewerkstelling in de chemie-industrie op lange termijn. Een wettelijk vastgelegde reservatiestrook zal de realisatie van nieuwe pijpleidingen ook aanzienlijk versnellen wat de chemiesector en de Vlaamse economie een concurrentievoordeel biedt.”

Eind vorig jaar al bereikten acht internationale chemiebedrijven (BASF, Borealis, BP, Dow, Evonik, INEOS, LyondellBasell en Sabic), samen met de havens van Antwerpen en Rotterdam, een samenwerkingsakkoord om de pijpleidingeninfrastructuur tussen Vlaanderen, Nederland en de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen verder uit te bouwen.

Op die manier kan de bevoorradingszekerheid van een van de belangrijkste industriële sectoren in Europa – goed voor meer dan 350.000 jobs en een omzet van 180 miljard euro – op een milieuvriendelijke manier worden gewaarborgd. Het initiatief past in de trilaterale chemiestrategie waarmee de overheden van Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen hun onderling sterk verbonden chemiesectoren tot de drijvende kracht willen maken van een duurzame wereldeconomie.

Nieuwsbericht van essenscia, 24/03/2020


Feel free to share