Industrie is de motor voor een duurzame en realistische transitie naar klimaatneutraliteit

Een koolstofcirculaire en CO2-arme industrie in Vlaanderen tegen 2050 is door de ambitieuze timing een gigantische uitdaging, maar wel een die in nieuwe verkennende scenario’s theoretisch mogelijk blijkt. Dat staat te lezen in een uitgebreide studie die vandaag is voorgesteld, uitgevoerd in opdracht van VLAIO, het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen.

De Vlaamse industriesectoren steunen de Europese ambitie voor klimaatneutraliteit maar pleiten voor een coherent en haalbaar industrieel transitieprogramma met doelgerichte innovatie- en investeringssteun, maatregelen om de concurrentiekracht te beschermen tegen regio’s met minder klimaatambitie en toegang tot voldoende hoeveelheden betrouwbare en betaalbare klimaatvriendelijke energie.

Fundamenteel bijdragen aan klimaatneutraliteit door een industriële innovatieleider te zijn in nieuwe technologieën voor CO2-reductie en tegelijk concurrentieel blijven in een geglobaliseerde economie waar concurrerende handelsblokken minder strenge milieu- en klimaatregels opleggen. Dat is de gigantische uitdaging waar de Vlaamse industrie voor staat.

Een VLAIO-studie, uitgevoerd door Deloitte, het Institute for European Studies van de Vrije Universiteit Brussel (VUB-IES), de Antwerp Management School (AMS) en Climact, schetst enkele verkennende scenario’s, inclusief noodzakelijke doorbraaktechnologieën, om de industrie in Vlaanderen op weg te zetten naar een koolstofcirculaire en CO2-arme productie.

CO2-uitstoot Vlaamse industrie is gedaald

Het onderzoek is van belang voor alle industriële waardeketens, maar focust vooral op het potentieel tot CO2-reductie in energie-intensieve sectoren zoals chemie, staal en raffinage, waar energieverbruik inherent is aan de aard van de productieprocessen. Deze drie sectoren zijn goed voor ruim een kwart van de totale Vlaamse uitstoot en 90% van de uitstoot van de Vlaamse industrie die onder het Europese ETS-systeem voor emissiehandel valt.

Er is de voorbije jaren alvast heel wat vooruitgang geboekt. Tussen 2005 en vorig jaar daalde de emissies in deze sectoren met 11%. De chemiesector boekte de grootste vooruitgang met een daling van bijna 27%, en dit bij een stijgende productie en economische groei. Nog beter doen en de kloof overbruggen naar een uitstootreductie van 80 tot 90% vergt echter een ongeziene industriële transformatie.

Koolstof afvangen is cruciale klimaattechnologie

Op technologisch vlak zijn de belangrijkste conclusies uit de studie dat er geen wonderoplossing bestaat en dat er nog veel onzekerheden zijn over welke technologieën uiteindelijk zullen doorbreken. Het is wel duidelijk dat in elk mogelijk scenario de grootschalige afvang van CO2 voor opslag (CCS, Carbon Capture and Storage) of hergebruik (CCU, Carbon Capture and Utilization) cruciaal is om significante emissiereducties te realiseren.

De opslag van CO2 of CCS dient daarbij als tijdelijke tussenstap naar CCU, of het hergebruik van CO2. Zo kan opgevangen koolstof ingezet worden in de productie van bijvoorbeeld ethanol of methanol, basismoleculen voor allerlei waardevolle toepassingen in de chemie-industrie of voor de productie van synthetische brandstoffen.

Naast het opslaan en hergebruiken van opgevangen CO2 omvat het simulatiemodel uit de studie nog drie andere transitiepaden die elk van groot belang zijn. Het gebruik van biomassa als energiedrager en als grondstof, de elektrificatie van productieprocessen en het circulair hergebruik van kunststoffen via chemische recyclage waarvoor in Vlaanderen veel potentieel is. In alle scenario’s zal de vraag naar waterstof, als grondstof en energiedrager, sterk stijgen.

Klimaatvriendelijke energie is belangrijkste randvoorwaarde

Veel minder CO2 uitstoten en vernieuwende circulaire processen introduceren, vereist ook de gegarandeerde beschikbaarheid van een voldoende groot aanbod aan competitieve en klimaatvriendelijke energie. De studie wijst uit dat de energievraag vanuit de industrie niet zal afnemen doordat klimaattechnologieën zoals CO2-opvang, efficiënte waterstofproductie en de elektrificatie van productieprocessen veel CO2 besparen, maar wel extra energie vragen. De elektriciteitsvraag zal dus toenemen.

Een bijkomende energiestudie is nodig om een strategische energievisie uit te stippelen, op maat van de specifieke vraagprofielen van de verschillende sectoren – industrie, maar ook transport, gebouwen en landbouw – en rekening houdend met de impact van energieprijzen op het concurrentievermogen. Dat is de missing link voor een succesvolle klimaataanpak: de klimaatuitdaging is vooral een energievraagstuk. Hoe kunnen we voldoende betrouwbare en betaalbare klimaatvriendelijke energie voorzien voor de industriële transformatie?

Klimaatbeleid start bij ambitieus industriebeleid

De studie bevat dus geen kant-en-klare oplossingen, maar toont wel aan dat de industrie een bondgenoot is voor klimaatneutraliteit. De industriesectoren reiken daarom de hand aan de Vlaamse overheid om in nauwe samenwerking een industrieel transitieprogramma uit te werken met aandacht voor een adequate financiering van innovatie en infrastructuur. Sleutelelement daarin zijn maatregelen om te vermijden dat de industrie weggeconcurreerd wordt door handelsblokken met minder strenge klimaatregels.

De industriële toepassing van nieuwe klimaattechnologieën vraagt ook om ondersteuning op lange termijn. De noodzakelijke innovaties zitten nog volop in de ontwikkelingsfase, waarbij het lang niet zeker is of ze effectief toepasbaar en economisch haalbaar zijn. Het is daarom noodzakelijk om het Moonshot-programma voor klimaatinnovatie – gecoördineerd door Catalisti, de speerpuntcluster voor chemie en kunststoffen – te versterken en innovatiesteun te bieden voor strategisch basisonderzoek en risicovolle piloot- en demoprojecten.

Er zijn de komende jaren ook kansen om het economisch herstelbeleid te koppelen aan investeringen in toekomstgerichte technologie voor CO2-reductie op industriële schaal, zoals basisinfrastructuur en pijpleidingen voor transport van CO2 en de uitbouw van performante en flexibele energiesystemen. Daarvoor kan maximaal gebruik gemaakt worden van de beschikbare Europese middelen in het kader van de Green Deal.

Frank Beckx, gedelegeerd bestuurder essenscia vlaanderen: “We bedanken Vlaams minister Hilde Crevits voor deze studie omdat ze aantoont dat een succesvol klimaatbeleid begint bij een ambitieus industriebeleid. De industrie in Vlaanderen is wereldtop op het vlak van energie- en grondstoffenefficiëntie en vormt de economische ruggengraat van onze moderne samenleving. We hebben de materialen uit de industrie absoluut nodig om onze economie en maatschappij klimaatneutraal te maken. Het is dus van strategisch belang dat we die productiecapaciteit op de meest klimaatvriendelijke manier in Vlaanderen verankeren. Alle industriesectoren delen dezelfde ambitie. Klimaatneutraliteit is theoretisch mogelijk op papier. Met steun van de Vlaamse overheid willen we hieraan meewerken in een industriële context, door intensief samen te werken over de grenzen van sectoren heen.”

essenscia, de sectorfederatie van de chemie en life sciences, maakte als vertegenwoordiger van het Vlaams Werkgeversplatform deel uit van de stuurgroep die de studie het voorbije jaar heeft begeleid.

Nieuwsbericht van essenscia, 10/11/2020


Feel free to share